Het was, denk ik, in 2008 dat een vrouw mij benaderde met de vraag: ‘wil je helpen met het ordenen van mijn foto’s?’ De aanleiding voor deze hulpvraag vond ik ontroerend. Haar jong volwassen dochter was niet happy en had gesprekken met een psycholoog. Ze sprak met de psycholoog onder meer over de scheiding van haar vader en moeder en haar herinneringen aan die tijd ervoor én erna. Dochter herinnerde zich vooral hoe vervelend de tijd rond de scheiding was en de wat ingewikkelde verhouding met haar vader daarna. In de gesprekken die moeder en dochter in 2008 daarover hadden, sprak moeder over de toch ook hele leuk tijden mét vader. Zoals de vakanties in Frankrijk, het kamperen en de spelletjes die ze samen deden. Omdat dochter die zich amper kon herinneren, wilde moeder de foto’s van destijds aan haar dochter laten zien… Die foto’s zaten kriskras door elkaar in een grote verhuisdoos. Sommige in mapjes, sommige ingeplakt (en soms weer losgelaten), veel in de hoesjes van de afdrukcentrale, andere in enveloppen, al dan niet samen met een persoonlijke brief. Het was niet eens per se veel. Maar voor de moeder was het vooral té confronterend om door die goede én slechte tijden te bladeren. Samen hebben we de foto’s in chronologische volgorde gezet. Omdat ik ‘slechts’ buitenstaander was, ging dat heel snel. Want: ik ken al die mensen niet, ik heb er geen herinneringen aan en ken er geen anekdotes bij. En dat wilde ik vooral zo houden. Dus er werden geen verhalen verteld; er werd sec geordend. Foto’s die te nietszeggend waren (niet scherp, onbekenden erop, de zoveelste wolkenpartij) gooiden we gelijk weg. Net als de negatieven, hoesjes en enveloppen. Met twee opgeschoonde schoenendozen vol met terugvindbare en dierbare foto’s had de mevrouw de juiste ‘bagage’ voor een moment van quality time met haar dochter. |