Waarom zou je gehavend serviesgoed bewaren?
Vorige week braken er bij ons thuis twee theeglazen. Die konden dus zo de prullenbak in. Vooraf maakte ik echter nog een foto van een van die glazen. Die plaatste ik in de Facebookgroep Opmaakmaanden. ‘Zo gaat opmaken wel heel makkelijk’ schreef ik erbij.
In die besloten Facebookgroep delen deelnemers hun ervaringen met opmaken van spullen die ze in huis hebben. Inderdaad vond men mijn voorbeeld van opmaken eenvoudig. De theeglazen waren immers echt gebroken en dán is wegdoen wel makkelijk.
Maar wat doe je met serviesgoed waarvan slechts een stukje is afgebroken? Het is niet kapot, maar echt mooi is het ook niet meer. En zo staan er in veel keukenkastjes mokken, schaaltjes en borden waar stukjes af zijn. Best hinderlijk, zeker als je kastjes óvervol zijn.
Een tijd geleden begeleidde ik een cliënt bij het ordenen van haar (overvolle) keuken. Ook bij haar kwamen er gehavende serviesstukken uit de kast. Over het wel of niet bewaren kregen we een interessant gesprek, waaruit een mooie overtuiging voortkwam. Want, wat bleek? Het gehavende serviesgoed zette zij niet aan haar gasten voor, want ‘dat zag er toch wat armoedig uit.’ Vervolgens stelde zij zich de boeiende vraag: ‘waarom zou ik dan zelf wél van dat armoedige servies eten?’ En… daar komt-ie: ‘ik ben toch niet minder dan mijn gasten!’ En daarmee was de keus gemaakt. Wat mooi was, dat bleef. Wat gehavend was, ging weg.
Ook deelnemers van de Opmaakmaanden komen tot mooie inzichten. Deze maand hebben we het over het opmaken van pennen, schrijfblokken en (ansicht)kaarten. Voor oktober heb ik een ander thema gepland. Als je het interessant vindt om deel te nemen, dan nodig ik je van harte uit.
Zoek je individuele begeleiding bij het maken van keuzes over spullen en/of tijd? Bel of mail me voor een persoonlijke begeleidingsafspraak, zodat ik ook jou aan inzichten kan helpen bij het ordenen van je spullen en gedachten. Soms is een interventie van 2 à 3 uur al voldoende om een goede ‘klapper’ te maken.